Bandenspanning

ineenstorting Toon info

De juiste bandenspanning

De bandenspanning dient bij normaal gebruik om de vier weken gecontroleerd te worden. Bij intensiever gebruik (bijvoorbeeld voor een lange rit, een hoge snelheid of een zware lading) controleert u de spanning van uw  autobanden het beste nog eens extra.

Controleer ook de bandenspanning van uw reservewiel

De door de autoconstructeur voorgeschreven bandenspanning staat vermeld in de handleiding van de wagen en/of bijvoorbeeld op de binnenkant van de tankklep. Deze waarde kan evenwel verschillen, afhankelijk van de belasting en de gebruiksomstandigheden. Gemiddeld bedraagt de bandendruk ongeveer 2,5 bar.

Het meten van de spanning op uw banden

Bij het meten van de bandenspanning moet u met de volgende punten rekening houden:

  • De band moet koud zijn wanneer u de bandenspanning opmeet.
  • Een verhoogde bandenspanning tijdens het rijden is volkomen normaal en mag niet gecorrigeerd worden.
  • De bandenspanning van banden op dezelfde as moet altijd identiek zijn.
  • De spanning kan wel verschillen tussen voor- en achteras.
  • De ventieldopjes moeten stevig vastgeschroefd zijn zodat het ventiel beschermd is tegen stof en vuil. Zo kunnen lekken voorkomen worden.
  • Defecte ventieldopjes moeten onmiddellijk vervangen worden.